Thuis of op locatie koken voor gasten. Daarna de rollen omdraaien en zelf gast aan tafel bij iemand zijn. Het is op tv in de mensenzonderbeperkingenwereld al een beproefd recept voor een gelukt programma. Wie kan er het beste koken? Wie is de beste gastvrouw of -heer?
Begin dit jaar startte er ook een kookprogramma voor mensen met een verstandelijke beperking op tv. Het heet Downtown dinner en het wordt gepresenteerd door Johan Eikelboom. Laatst zag ik een aflevering in de herhaling. De koks en kelners zijn anders dan de naam doet vermoeden niet allen downers, wel hebben ze allemaal een (verstandelijke) beperking. In het dagelijkse leven werken ze in een restaurant waar mensen met een beperking in de keuken en in de bediening staan. Restaurants die tot mijn favoriete horecagelegenheden behoren overigens, want ik hou erg van die sfeer van spontane ongedwongenheid en een grapje af en toe.
In Downtown dinner nemen telkens drie stellen - bestaand uit een kok en iemand uit de bediening - het tegen elkaar op. Zo ook in de aflevering die ik heb gezien. Elk stel maakt een driegangenmenu klaar: een tomatensoepje, een salade, een broodje tonijnsalade, zelfgemaakte taart, zelfs nasi met garnalen. De andere vier komen het proeven. Daarna beoordelen zij het eten en de bediening. En daarin zijn ze soms heel kritisch: “Een minpuntje was dat zij het glas aan de bovenkant vastpakte.”
Tussendoor schuift er ook een bekende gast aan. Het is eigenlijk het leukste onderdeel van het programma, vind ik, omdat de deelnemers zich zichtbaar verkneukelen over het “hoge” bezoek. “Wie is dat nou ook al weer? Het duurt wel effe? Oh ja, Jochem van Gelder!” Of, op een andere locatie, waar Edzillia Rombley langs komt, zegt Nick: “De allermooiste stem ben jij.” En als weer ergens anders Gerard Joling luidkeels begint te zingen, barst Deirdre in tranen uit. “Ik vind het zo mooi. Het lijkt op een droom die echt gebeurt.”
Ook de BN-er geeft de kok en de bediening een cijfer voor het eten en de bediening. Cijfers worden bij elkaar opgeteld en er rolt dan een winnend koppel uit die de Downtown dinner trophee van die aflevering mee naar huis mag nemen. Voor de kandidaten een heel spannend moment. Je leest het af aan hun gezichten, aan hun gewriemel aan elkaar, aan de handen in bidhouding voor het gezicht, aan het heen en weer gedans op hun plek. Iedereen wil heel graag winnen.
Maar waar winnaars zijn, zijn er ook verliezers. En daar heb ik dan weer moeite mee. In de aflevering die ik heb gezien werkt Charity, een downer, in de bediening. Ze praat een beetje met consumptie en dat is niet fris. Zij wordt er op afgerekend. Ze krijgt een lager cijfer dan alle anderen. Als het oordeel wordt geveld staat zij er een beetje triest bij, niemand die zich om haar lijkt te bekommeren. Ze houdt zich op het oog goed, maar mijn hart gaat naar haar uit.
Downtown dinner, je wordt er blij van. De deelnemers zijn allemaal zo ontwapenend, zo vrij. Maar ik heb moeite met het wedstrijdelement. De downer Nick begint er van te huilen. “Ik heb deze week zo geknokt om deze week door te maken.” Tegen zijn maat: “Ik moet heel graag met jou samen winnen.” Ik vraag me af of dat sportieve element nou zo nodig moet. De kracht van Deirdre, Nick, Charity en hun collega’s is juist hun onbevangenheid, die verloren gaat als zij moeten strijden. Hoeft echt niet. Laat die competitie nu maar over aan de mensenzonderbeperkingenwereld.